Woningcorporaties staan voor een grote uitdaging om hun bouwopgave te realiseren. Directeur-Bestuurder Bas Sievers van woningcorporatie Woonpartners in Helmond vertelt over de oorzaken van de problemen en de mogelijke oplossingen.
“Als woningcorporaties willen wij dat mensen in Nederland prettig en gezond kunnen wonen in een huis dat bij hun past en betaalbaar is. Op de huidige overspannen woningmarkt is dat een bijna onmogelijke opgave.”
“In de coronatijd zag je een herwaardering van de onmisbare beroepen in Nederland zoals verpleegkundigen, politieagenten, supermarktmedewerkers of buschauffeurs. Maar dat is precies de groep mensen die in de huidige woningmarkt tussen wal en schip dreigen te raken. De laatste jaren zijn de prijzen van koopwoningen enorm gestegen door onder andere de extreem lage rentes. Daardoor is de betaalbaarheid voor grote groepen mensen onder druk komen te staan. Die middengroep kan ook niet terecht in de sociale huursector omdat ze daarvoor een te hoog inkomen hebben.”
“We komen in Nederland momenteel 330.000 woningen tekort. Met Woonpartners zouden wij de komende 10 jaar bijvoorbeeld 1.000 woningen willen bijbouwen, op een bezit van 7.500 woningen. Maar voor corporaties is de investeringsruimte fors gedaald door de belastingheffingen. Bovendien willen we de huren niet boven de inflatie laten stijgen en moeten en willen we ons bezit verduurzamen. Tel daarbij de sterke stijging van de productiekosten op en dan kom je op een financieel plaatje waarin corporaties te weinig geld beschikbaar hebben. De uitdaging voor de corporatiesector is dan ook om, samen met de overheid en de marktpartijen, deze woningen te realiseren, of te verduurzamen, tegen fors lagere prijzen.”
“Kijkend naar de bouwers zie je dat zij de benodigde productieaantallen waarschijnlijk organisatie-technisch al niet meer aan kunnen. Met name door een gebrek aan vakmensen. Maar je ziet in andere industrieën, zoals auto’s, meubels en pc’s, dat daar het aandeel ‘handjes’ in de productie sterk is gedaald, zonder dat de relatieve kosten daar sterk stegen en soms zelfs daalden.”
“Mijn oproep aan de markt is daarom, en dat zijn niet alleen bouwers maar dat kunnen ook nieuwe toetreders zijn, om te leren van andere bedrijfstakken die succesvol hebben geïndustrialiseerd. Want waarom zouden er in de woningbouw geen gestandaardiseerde marktproducten mogelijk zijn, die toch diversiteit bieden? Niemand zit daarbij te wachten op een standaardwoning. Maar als je de productie slim inricht en industrialiseert dan kun je, in plaats van eenheidsworst, juist een breed en divers aanbod neerzetten. Ik vergelijk het vaak met LEGO, waar je vanuit een aantal basisbouwstenen toch enorm veel variaties kunt neerzetten. Zoiets moet bij huurwoningen ook mogelijk zijn, want die zijn in de basis ook niet steeds anders.”
“De vaak gehoorde discussie over de benodigde schaalgrootte proberen we te doorbreken in het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE). Daar bundelen we met 9 gemeenten en 13 corporaties onze massa en hebben we de markt uitgedaagd om te komen met een reproduceerbaar product, waarmee sneller, beter en goedkoper gebouwd kan worden. Met voldoende diversiteit en zo duurzaam mogelijk. We staan samen voor een gigantische uitdaging ten aanzien van betaalbare en duurzame sociale huurwoningen. Corporaties moeten dit dan ook integraal oppakken met gemeenten en bouwende en productleverende partijen. De belangrijkste vraag aan de markt is om met slimme en goedkopere producten te komen.”