De bouw georkestreerd

Door: Eric Houtman

Het traject van Private Kwaliteitsborging ofwel de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (WKB) is in een volgende fase beland. Vanwege het Bestuursakkoord tussen de VNG en het ministerie BZK kunnen vanaf januari de volgende stappen worden gezet ter voorbereiding van deze wet.

Eric Houtman, directeur van InterConcept en voorzitter van de Vereniging van KwaliteitsBorgers Nederland (VKBN).

Wat goed 18 jaar geleden begon als een proces om te komen tot een gecertificeerde bouwaanvraag, is uitgegroeid naar een systeem waarbij de nadruk is komen te liggen op het aantoonbaar maken van de bouwkwaliteit. Daar valt regelgeving onder zoals het Bouwbesluit, maar de nadruk ligt voornamelijk op inzichtelijk maken of daadwerkelijk geleverd is wat de bouwconsument heeft ‘besteld’.

 

Loslaten van het oude

Hoe logisch dat ook is, helaas moet je toch vaststellen dat niet iedereen de essentie van de huidige WKB tot nu toe goed heeft meegekregen. De conclusie zou moeten zijn dat deze wet een zeer welkome en goede aanvulling is op hetgeen we nu al met z’n allen doen. Maar, zoals dat gaat bij veranderingen, de afgelopen paar jaar hebben vooral in het teken gestaan van moeite hebben met ‘loslaten’ van het oude, en nog geen beeld hebben van dat wat moeten worden opgepakt.

Toen het Bouwbesluit in 1992 werd geïntroduceerd, is de kennis vooral goed geland bij de afdelingen Bouw- en Woningtoezicht van de gemeenten. Dat is tot op de dag van vandaag nog steeds zo en dat is eigenlijk opmerkelijk, want deze bouwregelgeving is in het bijzonder voor de bouwsector zelf geschreven.

 

Gecertificeerde bouwvergunningsaanvraag

Vrij snel na de invoering van het Bouwbesluit werd al geconstateerd dat de bouwsector het niet goed oppakte. Rond 2001 werd door het toenmalige ministerie VROM de opdracht aan het OTB verstrekt om te komen tot een model waarin men, zoals dat toen nog heette, de bouwvergunningsaanvraag gecertificeerd zou kunnen gaan indienen. Hiervoor werden diverse partijen; bouwbedrijven, gemeenten, vereniging Bouw- en Woningtoezicht en adviesbureaus uitgenodigd om mee te doen en hiervoor een systeem te bedenken. Uit dit alles is onder meer de BRL 5019 ontstaan met een duidelijk link naar het CKB, Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen, later bekend als de Landelijke Toetsmatrix Bouwbesluit 2012.

 

Wat wordt daadwerkelijk gebouwd

Uit de toenmalige proefprojecten bleek dat de systematiek voor een aantal partijen verduidelijking nodig had. En in 2008 was daar, op initiatief van InterConcept, het mini-seminar ‘De Bouw Georkestreerd’. De conclusies waren helder: om ervoor te zorgen dat de bouwsector haar rol met betrekking tot de bouwregelgeving goed zou gaan oppakken, moeten we bij een vergunningsaanvraag niet meer kijken naar hetgeen wat technisch ‘op papier’ wordt ingediend, maar naar wat er daadwerkelijk wordt gebouwd. Bouw- en Woningtoezicht liet toen ook weten dat als zij niet meer van het toetsen zijn, dit dan ook geldt voor het toezicht. Dit alles dient dan wel te gebeuren door partijen die geen enkele relatie hebben met het ontwerp, het bouwen en beheren van het bouwwerk, en waarbij de onafhankelijkheid gewaarborgd is met toezicht hierop.

 

Ontwikkelen instrumenten

Inmiddels was dit dossier overgeheveld naar het Ministerie van BZK en werd de markt aangespoord om te komen met instrumenten en pilots. De markt is hiermee aan de slag gegaan en hierbij zijn, naast de BRL5019, onder meer de TIS 3.0, Verbeterde Kwaliteitsborging (VKB) van SWK, Woningborg Kwaliteitsborging Instrument (WKI) en Metaalbouwborg van de MetaalUnie ontwikkeld. Bij elk instrument is er sprake van een onafhankelijke kwaliteitsborger die het toepast, en een instrumentbeheerder die toezicht houdt op deze kwaliteitsborger. Bijvoorbeeld: bij de TIS is het toezicht nu nog bij SBG en dat wordt op korte termijn de Raad van Accreditatie.

 

Publiek-Private samenwerking

Het systeem is er dus op gericht dat de bouwsector ervoor zorgdraagt dat zij voldoet aan de bouwregelgeving en dit wordt aantoonbaar gemaakt door de onafhankelijke kwaliteitsborger. Het systeem voorziet ook in een gelijk speelveld voor iedere initiatiefnemer van een bouwwerk vallend onder de risicoklasse 1. Namelijk, voor élk bouwwerk wordt een risicoanalyse gemaakt en élk bouwwerk wordt getoetst. Verder wordt er toezicht op de bouw uitgevoerd, wat vastgelegd is in het as-build dossier en consumentendossier. Dit alles in goede samenwerking met het bevoegd gezag, zoals Minister Ollongren het onlangs noemde: de Publiek-Private samenwerking.

Het is goed dat er wetenschappelijke scepticisme is rondom dit onderwerp en dat professoren zoals Prof. ir. R. Nijsse en Prof. J.N.J.A. Vambersky zich in het openbaar uitlaten over wat zij vinden van deze ontwikkeling. Waarbij oneliners zoals ‘de bouw is zelf niet in staat’ en ‘de wet kan in de prullenbak’ het natuurlijk goed doen in het 8-uur journaal en in de Cobouw, maar opmerkelijker is het als je hun aanbevelingen leest. Die behelzen precies datgene waar de wet uitvoering aangeeft.

Kortom, we krijgen met z’n allen, publiek-privaat, tools aangereikt om de bouw beter georkestreerd te krijgen, en laten we dit nu gezamenlijk zo snel mogelijk met open vizier oppakken.